In het centrale medaillon bevindt zich een putto. In de hoeken medaillons met gestileerde plantenmotieven en water(?)vogels op de assen.
Herkomst:
Egypte
Periode:
4de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 17 cm, inslag: 15 cm
Aanverwanten:
Louvre, inv. X 4430.
MAK, Wien, inv. T 381-1883.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Opgenaaid legwerk
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 28/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 18/cm
Binding:
effenbinding met kettingripseffect
Bijzonderheden:
inslagstrepen door gebruik van dikke inslagdraden
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S
Inslag:
zwarte wol, Z: 40/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 48/cm, 2 draden/scheut
Binding:
inslagripsbinding: 2/2
Ribben per cm:
11
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, vliegende draad enkel voor details; mengeffect (valse hachures): (2 x linnen en 1 x wol)/scheut
Kleurstofanalyse:
inslagdraad: donkerbruine wol, Z: meekrap, indigo/wede