Een passie voor weefsels
Maria Luise Fill en Robert Trevisiol hebben altijd al een bijzondere passie gekoesterd voor weefsels. Aanvankelijk verzamelden ze oosterse tapijten, tot ze gefascineerd raakten door de verfijning van koptisch textiel. Een voorliefde die ertoe leidde dat het koppel in 30 jaar tijd bijna 300 stukken wist te verzamelen.
“Het zinnelijke genoegen dat je voelt als je zachtjes een stof aanraakt en ervaart hoe soepel die aanvoelt – wat de oude lakenhandelaars ‘de hand’ noemden – is moeilijk in woorden te vatten. Toch is het die bijna sensuele ervaring die onze liefde voor deze weefsels is blijven voeden en tegelijk de keuze van onze aankopen heeft bepaald”, zo vertelt Robert Trevisiol.
Een toevallige ontmoeting
Tijdens één van de edities van TEFAF, de Internationale Kunst- en Antiekbeurs in Maastricht, die ze elk jaar bezochten, ontdekt het echtpaar toevallig koptische weefsels. Op een stand voor klassieke archeologie bewonderen ze twee medaillons in legwerk boordevol details: orbiculi waarop Nijltaferelen met talloze personages en dieren staan afgebeeld.
Eén van die medaillons maakt vandaag deel uit van hun collectie, maar hun eerste koptische weefsel kochten ze indertijd bij een Parijse handelaar die gespecialiseerd was in de Egyptische Oudheid. Het gaat om een halsversiering van een tunica in legwerk, een fries met drie ruiters, gewapende figuren en vazen met lotusbloemen.
“Koptisch textiel gaf een nieuwe dimensie aan onze collectie, in vergelijking met de oude tapijten die we sinds ruim tien jaar aan het verzamelen waren en die zich begonnen op te stapelen in al hun diversiteit. Al die tapijten hadden trouwens allang geen louter decoratief doel meer, zoals in het begin”, blikt Robert Trevisiol terug.
FT 29. Foto Michel Lechien
FT 11. Foto Michel Lechien
FT 30. Foto Michel Lechien
Een gevarieerd en representatief geheel
Sinds dit allereerste stuk had het koppel naar eigen zeggen gedurende 30 jaar vrij veel geluk: “Het gebeurde regelmatig dat antiquairs bepaalde aankopen vergemakkelijkten, ons soms zelfs als eerste hun nieuwste vondsten lieten zien, en hun kennis en ervaring met ons deelden”, vervolgt Robert Trevisiol.
Al die ontmoetingen en ontdekkingen leverden uiteindelijk een gestructureerd en representatief ensemble op met een enorme diversiteit aan motieven, technieken, materialen en kleuren. Hun verzameling geeft ook een goed beeld van de evolutie van de verschillende typologieën door de perioden heen. Zowel het geheel als de afzonderlijke elementen vormen daarbij een bijzonder waardevolle getuigenis. Vandaar dat het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting vond dat alles in het werk moest worden gesteld om de overdracht van dit erfgoed aan de toekomstige generaties te vergemakkelijken. Deze stukken werd weliswaar ontdekt in Egypte, maar zijn doordrongen van de klassieke cultuur van de Oudheid, die aan de oorsprong ligt van ons eigen erfgoed.